maandag 21 juni 2010

Een verhaaltje bij meerdere letterbeelden

Een verhaal bij de letters B, F, G, H, J, K, L, N, S en T

Bordtekening doorAngela Chan
Er was eens een koning die heel graag op jacht ging. Toen hij een kleine jongen was kreeg hij van zijn vader een prachtige jachthoorn. Het was een mooie hoorn, met goud beslagen. Iedere keer als een jachtpartij aangekondigd moest worden, blies de koning zelf op de jachthoorn om alle jagers bijeen te roepen om op jacht te gaan. Dan kwamen ze allen en vertrokken samen naar het bos. Wanneer iedereen in het bos aan het jagen was en het werd weer tijd om naar huis te gaan, moesten ze weer op een plek verzamelen. 
Dan blies de koning op zijn kostbare jachthoorn om iedereen bijeen te roepen. Het was te gevaarlijk om s ’nachts in het bos te blijven. Er waren vele wilde dieren zoals beren, wolven en slangen in het bos.
Op een dag waren alle jagers weer samen met de koning op jacht gegaan, en het begon al een beetje te schemeren. Ze waren een beetje te laat, het werd echt tijd om te vertrekken! De koning pakte zijn jachthoorn en blies. Van overal kwamen de jagers aan. Alles werd weer opgepakt en ze waren net zover dat ze wilde vertrekken, maar ze wachten nog op een van de jagers, Jos genaamd. De koning blies weer een keer op zijn hoorn. De koning hing zijn hoorn aan een tak en bukte om zijn boog op te pakken en om zijn lijf te zetten zoals jagers het altijd doen wanneer zij onderweg waren. Op hetzelfde ogenblik sprong er ineens een grote bruine beer uit de bosjes. Iedereen schrok en sprong meteen op hun paard en galoppeerde zo snel als mogelijk weg!

 Pas toen zij al lang weer allen thuis waren en de koning al in zijn paleis zat te luisteren naar de muzikanten die hem altijd in de avond vermaakte met mooi muziek en prachtige liederen en ballades, schoot het hem ineens te binnen dat hij zijn jachthoorn in de boom, aan een tak, heb vergeten!
O wat een ellende! De koning was radeloos. Hij was ook boos op jager Jos, want het was zijn schuld dat ze daar noch zo laat hebben moeten blijven, in dat gevaarlijk bos! En daardoor hangt zijn jachthoorn nu daar, midden in de nacht, aan een tak! Er kan van alles mee gebeuren! Dieven kunnen het mooie met goudbeslagen jachthoorn wel meenemen, of wilde dieren kunnen het te pakken krijgen en er mee vandoor gaan! En zo gebeurde het dat de dienaren naar het huis van jager Jos gingen, om aan hem te vertellen wat gebeurd is en om aan hen te zeggen dat hij maar een plan moet maken om de jachthoorn van de koning zo snel mogelijk terug te bezorgen aan de koning…….

Intussen was jager Jos al lang thuis in zijn eigen huis. Hij lag te slapen in zijn bed! Hij wist van niets. Hij was moe van het jagen en kroop al vroeg tussen de veren! Ineens hoorde hij zijn ganzen heel luid roepen. Gak, gak, gak, klonk het buiten in de donkere nacht. Ganzen zijn goede waakdieren en als ze zo tekeergaan, is er iets aan de hand!  Er zijn vreemdelingen op de werf!
Misschien zijn het schapendieven of misschien is het een vos bij het kippenhok. Hij sprong uit bed, en in zijn haast haakte zijn voet aan de laken en scheurde de laken met een girrrrts - daar zat een grote scheur in! 

Jager Jos stak een kaars aan en liep, met zijn licht, naar buiten om te kijken wat er aan de hand is.


Buiten zag hij een aantal dienaren van de koning, ze hadden fakkels bij zich.
Wat zou er toch gebeurd zijn? Snel vertelde de boodschappers dat de koning in zijn haast zijn gouden jachthoorn in het bos, aan een tak, heeft laten hangen. Jager Jos weet meteen wat hem te doen staat. Er zit niets anders op. Hij moet het bos in, ook al is het diep in de nacht. Hij moet naar de jachthoorn van de koning gaan zoeken, en het weer terugbezorgen aan de koning.
Een van de dienaren gaf hem een fakkel. Hij sprong op zijn paard en vertrok, richting bos. Met bonkend hart kwam hij aan de rand van het bos aan. Voorzichtig reed hij verder, steeds met zijn fakkel omhooggehouden zodat hij zo goed als mogelijk om hem heen kon zien. Het was heel stil in het bos, maar op een keer hoorde hij wel een sissend geluid…. Ssssssss…. Het paard schrok en stopte in zijn sporen. Na een tijdje durft het paard weer verder te gaan.


De slang heeft zeker een muis gezien en is aan het jagen, dacht jager Jos. Hij rijdt verder en zoekt naar de boom waar ze die middag laat met zijn allen bij elkaar waren gekomen. Met zijn fakkel omhooggehouden ging hij steeds verder het bos in. Ineens zag hij iets schitteren in een boom. Hij ging voorzichtig nader en ja, hoor! Daar hing de gouden jachthoorn van de koning in een boom. Net toen hij met zijn paard onder de boom stond en zijn arm uitstak naar de jachthoorn, sprong dezelfde bruine beer weer uit de bosjes vlakbij! Wat niemand wist, is dat daar een bijen nest in de boom was, en daarom blijft de beer ook steeds daar in de omgeving van de boom. Beren lusten namelijk heel graag honing! En waar een bijen nest is, is honing!
Jager Jos schrok, greep nog even naar de jachthoorn en daar brak de tak van de boom! Met tak en jachthoorn samen reed hij zo snel hij kon het bos uit! In de schrik liet hij zijn fakkel vallen maar het deerde niet. Zijn paard vond de weg wel.

Zo kwam hij tegen lichtdicht bij het paleis aan. Gelukkig was de jachthoorn niet beschadigd en kon hij het weer aan de koning terugbezorgen! De koning was uiteraard heel blij dat hij zijn jachthoorn weer terug had.
 En toen jager Jos tuis kwam, was zijn vrouw alweer bezig om de gescheurde laken met een naald en draad dicht te naaien. Zij was blij om haar man weer levend terug te zien. Wat een gevaarlijk avontuur! Gelukkig was zij zo blij om Jos terug te zien, dat zij niet boos was over de gescheurde laken. Zij naaide het weer zo goed als nieuw, met haar naald. Jager Jos zorgde vanaf die dag wel dat hij altijd op tijd weer bij de verzamelplaats aankwam na een jachtsessie.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten