vrijdag 18 juni 2010

De Letter H


Hoor hoe de wind waait
Om de hoeken van het huis.
Haast je naar huis!
Ahoei ahoei
Huilt de wind
Naar huis, naar huis, gezwind!



Verhaaltje van Goudlokje


Liedje hierbij: In Holland staat een huis

In Holland staat een huis

In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis

In dat huis daar woont een heer
In dat huis daar woont een heer
In dat huis daar woont een heer, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
In dat huis daar woont een heer
In dat huis daar woont een heer

En die heer die kiest een vrouw
En die heer die kiest een vrouw
En die heer die kiest een vrouw, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
En die heer die kiest een vrouw
En die heer die kiest een vrouw

En die vrouw die kiest een kind
En die vrouw die kiest een kind
En die vrouw die kiest een kind, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
En die vrouw die kiest een kind
En die vrouw die kiest een kind

En dat kind dat kiest een hond (woef-woef)
En dat kind dat kiest een hond (woef-woef)
En dat kind dat kiest een hond, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
En dat kind dat kiest een hond
En dat kind dat kiest een hond

En die hond die kiest een kat (miaow)
En die hond die kiest een kat (miaow)
En die hond die kiest een kat, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
En die hond die kiest een kat
En die hond die kiest een kat

En die kat die kiest een muis (iiiiiieeeeehhhh!)
En die kat die kiest een muis (iiiiieeeeeehhhh!)
En die kat die kiest een muis, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
En die kat die kiest een muis
En die kat die kiest een muis

En we jagen de muis uit huis
En we jagen de muis uit huis
En we jagen de muis uit huis, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
En we jagen de muis uit huis
En we jagen de muis uit huis

In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis, ja, ja
Van je singela singela hopsasa
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis 

Verhaaltje van Goudlokje



Goudlokje de drie beren


Er was eens een familie van beren die leefde in een knus huisje in het bos. Er was een hele grote Papa Beer, een middelgrote Mama Beer, en een kleine Baby Beer.
Op een morgen kookte Mama Beer pap voor het ontbijt. Maar omdat de pap te heet was om te eten, besloten de drie beren om een wandeling in het bos te maken terwijl de pap afgekoelde.
Ze waren nog niet lang weg, toen een klein meisje genaamd Goudlokje langs kwam. Ze was bloemen aan het plukken en zo het bos ingelopen. Toen ze het huisje van de drie beren zag, glimlachte ze en klapte in haar handen. "Wat mooi!" riep ze. "Ik vraag me af wie daar woont? ' Ze ging op haar tenen staan en keek door het venster. Er leek niemand thuis te zijn, dus Goudlokje opende de deur en ging naar binnen!
Het eerste wat ze zag was de tafel met drie kommen pap, een hele grote kom voor Papa Beer, een middelgrote kom voor Mama Beer, en een klein kommetje voor Baby Beer. "Oh, die pap ruikt goed!" zei Goldilocks. En omdat ze een beetje honger was, pakte ze een lepel en nam een hapje van de pap in de grote kom.
"OUCH!" riep ze uit, en liet de lepel vallen. "Die pap is veel te heet!"
Ze proefde van de pap in de middelgrote kom. Maar die pap was veel te koud.
Toen nam ze een hapje van de pap in het kleine kommetje. "Mmmmmm," zei ze. "Deze pap is precies goed!" dus ze at alles op!
Toen zag Goudlokje de drie stoelen voor de open haard staan, een hele grote stoel voor Papa Beer, een middelgrote stoel voor Mama Beer, en een klein stoeltje voor Baby Beer. "Oh, wat zou het leuk zijn om even te gaan zitten!" dacht Goudlokje.
Ze klom in de grote stoel die van Papa Beer was. "Oh, nee!" zei ze. "Deze stoel is veel te hard."
Ze ging in Mama Beer's middelgrote stoel zitten. "Oh, nee," zei ze. "Deze stoel is veel te zacht!"
Vervolgens ging ze in het kleine stoeltje van Baby Beer zitten. "Ahhhh," zei ze met een glimlach. "Deze stoel is precies goed!"
Op dat moment klonk er een luide KRAAAK! en het kleine stoeltje brak dwars doormidden!
Goudlokje stond op en klopte zich af. Daarna klom ze naar boven, naar de slaapkamer. Daar zag ze drie bedden op een rij staan. "O," zei ze, gapend, "Ik ben slaperig."
Dus trok ze de dekens open en klom in Papa Beer's hele grote bed. Maar ze sprong er snel weer uit. "Dat bed is veel te hard!" zei ze.
Toen probeerde ze het middelgrote bed van Mama Beer. Maar dat bed was te zacht.
Ze klom in Baby Beer's klein bedje. Het was precies goed. Al snel viel Goudlokje in een diepe slaap!

Even later kwamen de drie beren terug van hun wandeling. Ze waren erg hongerig en keken uit naar het eten van de mooie kommen met smakelijke pap.
Plotseling riep Papa Beer met zijn grote stem, "Iemand heeft van mijn pap gegeten!"
Toen riep Mama Beer met haar middelgrote stem, "Ieand heeft van mijn pap gegeten!"
En Baby Beer riep met zijn klein stemmetje, "Iemand heeft van mijn pap gegeten. En heeft het helemaal opgegeten!"
Toen zagen de drie beren hun stoelen bij de open haard.
"Iemand heeft in mijn stoel gezeten!" riep Papa Beer met zijn hele grote stem.
"Iemand heeft in mijn stoel gezeten!" riep Mama Beer met haar middelgrote stem.
"Iemand heeft in mijn stoel gezeten!" riep Baby Beer met zijn piepkleine stem. "En nu is hij gebroken!"
Toen gingen de drie beren ging naar boven naar de slaapkamer.
"Iemand heeft in mijn bed geslapen!" riep Papa Beer met zijn hele grote stem.
"En iemand heeft in mijn bed geslapen!" riep Mamma Beer in haar middelgrote stem.
"Iemand heeft in mijn bed geslapen!," riep Baby Beer met zijn piepkleine stem. "En hier is ze!"
Op dat moment werd Goudlokje wakker! Toen zag ze de drie beren om haar heen staan, ze sprong uit bed, rende de trap af en de deur uit.
Ze wilde niet stoppen totdat ze weer thuis was.
En de drie beren zagen Goudlokje nooit meer terug!









Geen opmerkingen:

Een reactie posten